Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
Verzamelterm waaronder de instrumentale amusementsmuziek valt die ook bekend staat als ‘easy listening’ en ‘lichte muziek’. De termen ‘liftmuziek’ en ‘muzak’ worden ook wel gebruikt, al hebben die benamingen een negatieve ondertoon. Deze muziek heeft wortels in klassieke muziek, big band en swing. Orkesten leggen een kamerbreed geluid neer, dat vooral bedoeld is de luisteraar onder te dompelen in een warm bad van geluid. Omdat de muziek weinig aanstoot geeft duikt ze overal op: in liften, op vliegvelden en in winkelcentra. Componisten als Annunzio Mantovani, Henry Mancini en André Rieu lieten zich inspireren door klassieke voorbeelden terwijl het werk van Bert Kaempfert en James Last meer is beïnvloed door jazzy bigband-werk. Easy tune is de naam van een korte heropleving van de exotische variant van easy listening, halverwege de jaren negentig. ‘Lounge’ is de elektronische variant, die toch veel stijlkenmerken met instrumentale amusementsmuziek deelt.
Gangbare afkortingen voor progressi(e)ve rock en symfonische rock: aan het eind van de jaren zestig ontstane mengvormen van pop en rock met klassieke muziek, avant-garde en jazz, gekenmerkt door lange songs met veel tempo- en maatwisselingen en het gezichtsbepalende gebruik van toetseninstrumenten, vooral de synthesizer. Groepen als Pink Floyd, Yes en Genesis hangen hun platen op aan ambitieuze concepten en optredens zijn spectaculaire massabijeenkomsten. Een belangrijke deelstroming is krautrock of kosmische Musik. Deze ontstaat in Duitsland als groepen op zoek gaan naar muziek die niet belast is door het verleden. Groepen als Can, Neu! en Faust breken niet commercieel door maar zijn van grote invloed op latere alternatieve en progbands. Vanaf eind jaren zeventig is er ook sprake van een meer op hardrock en metal georiënteerde richting. Vanaf 2000 is dat zelfs de dominante richting in het genre, met Dream Theater als trotse vaandeldrager.