In 1905 laat het publiek zich graag choqueren door Salome van Richard Strauss. Zelfs voor de geoefende luisteraar kan de opera zware kost zijn: de componist maakt gebruik van diverse toonsoorten tegelijk en de wrange samenklanken stapelen zich op. Toch heeft dit allemaal wel een functie binnen het verhaal waarin egocentrisme, decadentie, ongeoorloofde verlangens, geweld en waanzin floreren. Salome
… is de prinses van Judea die alles kan krijgen wat ze wil als ze bereid is voor haar stiefvader Herodes te dansen. Salome danst en vraagt… het hoofd van Johannes de Doper op een zilveren schaal. Zij krijgt haar zin en in het toneelstuk van Oscar Wilde kust zij het afgehakte hoofd van de man die haar eerder afgewezen had. 'Du warst schön', zingt Salome en een warme gloed van liefde klinkt in de muziek. Een fascinerende analyse van waanzin en obsessie. (CP)more