Een bagatel is zoiets als een niemendalletje of een wissewasje. Beethovens bundels met Bagatellen (op.33, op.119 & op.126) zijn dan ook verzamelingen van schijnbaar pretentieloze stukjes, alsof ze te weinig body hadden om als sonatedeel te fungeren. Toch zijn vooral op.33 en op.126 zo origineel van opbouw en visie, dat het genre het verdient om op zijn eigen merites beoordeeld te worden. In op.33
… wordt de luisteraar zowel ritmisch als metrischvoortdurend op het verkeerde been gezet, alsof de anders zo gemoedelijke papa Haydn de bokkenpruik opheeft. Op.126 daarentegen – Beethovens laatste piano opus – wijst vooruit naar de diepgang en het grensvervagende van de late strijkkwartetten. (HJ)meer