Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
In 1876 werd de eerste synthesizer gemaakt en sindsdien is er geëxperimenteerd met elektronica in muziek, vooral na de Tweede Wereldoorlog. In Frankrijk ontstond de ‘Musique Concrète’, muziek waarin met opgenomen, herkenbare klanken een soort geluidsfilms werden gemaakt. Aartsvaders hiervan zijn Pierre Schaeffer en Pierre Henry, bekende componisten zijn François Bayle en later Francis Dhomont. In Duitsland begon de elektronische muziek in de radiostudio’s. Werner Meyer-Eppler en Herbert Eimert legden de basis, maar Karlheinz Stockhausen werd de echte ‘ster’. Hij bouwde letterlijk zelf de klanken op, vanuit sinustonen en ruisklanken. Naast Stockhausen was G.M. Koenig zeer belangrijk voor deze traditie. Tegenwoordig worden ‘concrete’ en elektronische klanken meestal gecombineerd. Naast ‘tapemuziek’ (waar geen uitvoerenden aan te pas komen) wordt ook live elektronische muziek gemaakt, vaak in combinatie met traditionele instrumenten.
Instrumentale muziek, meestal gemaakt met elektronische instrumenten, soms ook aangevuld met omgevingsgeluiden. De uitgesponnen muziek wil een rustgevend effect hebben op de luisteraar. De term werd bedacht door Brian Eno, die zocht naar een muziekstuk waar je ‘in en uit kon stappen zonder iets te missen’. De structuren van een popliedje ontbreken daarom in ambient. Eno’s ambient-platen uit de late jaren zeventig gelden nog altijd als klassiekers. Naast Brian Eno speelden Duitse pioniers als Klaus Schülze een belangrijke rol. In de jaren negentig ontstond ‘ambient house’ met namen als The Orb en de Noorse producer Biosphere, die ooit een stuk schreef die kabbelende elektronica met natuurgeluiden uit het poolgebied combineerde. Ambient was van invloed op latere genres als downtempo, lounge en idm/electronica.