Midden jaren vijftig was Little Richard de schrik van braaf Amerika. Met zijn bezeten pianospel, suikerspinkapsel en extreem luide stem groeide deze rock-'n-rollpionier uit tot een ware jeugdheld. Richard Penniman werd in 1932 geboren in Macon (Georgia) als derde in een gezin van twaalf. Armoede en racisme waren schering en inslag tijdens zijn jeugd. De kerk, en dan vooral de extatische gospelmuziek, boden uitkomst voor de excentrieke maar talentvolle Richard. Zijn hits uit de jaren vijftig (Tutti Frutti, Good Golly Miss Molly, Long Tall Sally) blijven tijdloze klassiekers. Little Richard had grote invloed op de generatie rocksterren na hem. John Lennon, Jimi Hendrix, James Brown en The Rolling Stones droegen hem op handen. Vanaf de jaren zeventig nam zijn populariteit af. Later in zijn loopbaan zwoer Richard de popmuziek meerdere keren af om gospels te gaan zingen.
Wanda Jackson wordt ook wel 'The Queen Of Rockabilly' genoemd. De in Oklahoma geboren zangeres werd in 1954 tijdens een talentenjacht ontdekt door countryzanger Hank Thompson. Ze deelde vaak het podium met Elvis Presley, die haar adviseerde om zich te richten op een zangcarrière in het rockabillywereldje. Ze sloeg zijn advies niet in de wind en mede dankzij haar unieke rauwe stemgeluid steeg haar populariteit in de jaren zestig en zeventig tot grote hoogte. In de jaren die volgden maakte ze korte uitstapjes naar de country- en gospelmuziek, maar de rock-’n-roll bleef door haar aderen stromen. Voor haar dertigste album The Party Ain’t Over (2010) werkte ze samen met White Stripes-frontman Jack White. Ze deed dat in de stijl waarmee ze zes decennia eerder ook al hoge ogen gooide.
Antoine ‘Fats’ Domino werd in 1928 geboren in New Orleans en het geluid van die stad klinkt door in het werk van de zanger/pianist. Domino was een van de pioniers van de rock-'n-roll, maar zijn muzikale palet was veel breder dan rock-'n-roll alleen. Vooral in de jaren vijftig en zestig was hij populair en scoorde hij hits met Blueberry Hill (1957), My Girl Josephine (1960), Jambalaya (1962) en There Goes My Heart Again (1963). Wanneer de orkaan Katrina in 2005 over zijn woonplaats raast, is de zanger een aantal dagen vermist. Fats overleeft de ramp, maar verliest wel de helft van zijn 23 gouden platen.