Elgars weemoedige Celloconcert (1919) was zijn laatste grote werk. In 1929 maakte de Lionel Tertis er een arrangement van voor zijn eigen instrument, de altviool. Tertis voerde de altviool versie met succes uit in de Queen's Hall in Londen in 1930, met Elgar als dirigent. Twee jaar daarvoor nam Elgar de oorspronkelijke cello versie op voor His Master’s Voice, met Beatrice Harrison als solist.
Historisch gezien zou dit dan ook de meest ‘authentieke’ uitvoering moeten zijn vanwege Elgars leiderschap. Veel liefhebbers zullen echter de voorkeur geven aan de formidabele Jacqueline du Pré, die meer pathos in de muziek legde dan Harrison. Misschien moeten we Du Pré’s krachtige gebaren voor het moment maar even uit het geheugen wissen. De Britse altviolist Timothy Ridout (in 2016 1e prijswinnaar van de Tertis competitie) speelt hier namelijk een ietwat aangepaste Tertis altviool versie. Zijn vertolking klinkt vanzelfsprekend lichter dan de oorspronkelijke cello versie, maar de melancholie is er niet minder om. 'Ridout is als musicus sensitief en gespierd tegelijk', aldus de recensie in de Volkskrant (vier sterren uit vijf). (HJ)meer